Hoe kunnen we het visueel denkende kind helpen?

De visuele denker is het meest gebaat bij een vroegtijdige herkenning, bij voorkeur in groep 3, 4 of 5. De hersenen van het kind zijn tot rond het elfde levensjaar nog volop bezig met het ontwikkelen van het taal denken. Dus met de juiste visuele begeleiding en het geven van inzicht in de eigen manier van denken, kan het talige denken nog behoorlijk toenemen.

 

Het I.O.O.

 

Een individueel onderwijskundig onderzoek kan uitwijzen of uw kind een visuele leerstijl heeft. Dit onderzoek  wordt afgenomen in de leeftijd van 5 tot 16 jaar. Het onderzoek neemt ongeveer tien uur in beslag, waarvan de testjes met het kind zelf ongeveer drie uur duren. Van het resultaat van het onderzoek wordt een verslag gemaakt, dat met de ouders en desgewenst met de school wordt besproken.

 

Wereldspel

 

Een onderdeel van dit onderzoek is het Wereldspel, een non-verbaal onderzoeksinstrument om te bepalen of een kind een visuele leerstijl heeft.

Dit spel bestaat uit allemaal houten bouwmaterialen, mensen, bomen en beesten. Het kind bouwt daarvan een dorp. (zie onderzoek visueel denken)

Bij kleuters  wordt met een speciaal op de doelgroep afgestemde test o.a gekeken naar de reken-, leesvoorwaarden en schoolrijpheid van het kind. Dit onderzoek bekijkt de schoolrijpheid van het kind en kijkt of de leervoorwaarden voor het leren lezen, schrijven en rekenen in groep 3 voldoende ontwikkeld zijn en in welke mate het kind een visuele voorkeur heeft.

De kalenderleeftijd en de neuropsychologische leeftijd lopen niet altijd gelijk. Een kind kan volgens de kalenderleeftijd wel overgaan naar groep 3, maar neuropsychologisch nog niet rijp zijn voor de schoolse taken in die groep. Andersom kan dit ook voorkomen; een kleuter zit in groep 2 en is neuropsychologisch al helemaal toe aan het leren lezen, schrijven en rekenen, ook dan komt dit in het onderzoek naar voren.