Visuele denkers hebben de gave om snel te denken, ze verwerven en verwerken informatie pijlsnel, dit gebeurt met maar liefst
32 beelden per seconde. Hier lijnrecht tegenover staan de taaldenkers, die dat doen met 2
woorden per seconde. Visuele denkers leggen snel verbanden, zijn creatief en leren vanuit het totaalbeeld. Een visuele denker ziet beelden van situaties en handelingen,
waarin meerdere zaken naast elkaar zichtbaar worden, op elkaar inwerken en voor hun een betekenisvol geheel vormen.
Ze denken in eerste instantie in plaatjes; de taal komt op de tweede plaats. Op die manier ordenen visuele denkers hun wereld. Een
voordeel is dat visuele denkers complexe situaties in één oogopslag kunnen overzien; het is een uiterst snelle manier van denken. Visueel ingestelde kinderen zijn vaak slimme, snelle kijkers. En
vanuit het grote geheel zijn deze kinderen in staat om nieuwe stukjes informatie met elkaar te verbinden.