Hoe herken je de visuele denker ?

  • Bij deze kinderen blijft de taal en woordenschat achter vergeleken bij hun leeftijdgenoten.
  • Het zijn meestal stille kinderen. Ze krijgen vaak onvoldoende tijd om hun gedachten te formuleren en antwoord op een vraag te geven.
  • Hebben vaak een woordvindingsprobleem en houden er een heel eigen woordenboek op na, ze zijn hierin vaak uiterst creatief.
  • Praten het liefst met hun hele lichaam. Daarom kunnen ze zich het beste uitdrukken met gebaren.
  • Wijzen het liefst zaken aan en tekenen of schrijven om iets duidelijk te maken. 
  • Reageren trager en denken associatief. In hun praten komen ze wat chaotisch over. Ze gebruiken dikwijls halve zinnen en praten vaak van de hak op de tak.
  • Zijn creatief in het bedenken van oplossingen.
  • Spelen graag met constructiespeelgoed (Lego e.d.).
  • Kunnen goed puzzelen.
  • Hebben een levendige verbeelding en kunnen daardoor opgaan in hun fantasiewereld.
  • Worden gemakkelijk afgeleid.
  • Hebben moeite met opvolgen van instructies, er komt te veel informatie tegelijk binnen.
  • Nemen de informatie die hun verteld wordt vaak letterlijk op. Ook al is de betekenis ervan niet letterlijk, maar figuurlijk bedoeld.
  • Hebben een zwakke concentratie, omdat ze alle omgevingsgeluiden willen zien en kunnen zich daardoor slecht focussen.
  • Dromen vaak weg in hun eigen verhaal of beeld. Het lijkt of ze niet opletten maar het overkomt hun gewoon.
  • Zijn vaak goed in het organiseren en de leiding nemen van spelletjes.
  • Kunnen problemen niet goed analyseren, de zaken voor zichzelf op een rijtje zetten en/of structuur aanbrengen (agenda, huiswerk plannen etc. geeft problemen).
  • Hebben wisselende schoolprestaties.